Dit moeten wij, moslims, afwijzen – Fethullah Gulen in NRC

Veroordeling Fethullah Gulen in NRC

Moslims, zegt Fethullah Gülen, wij moeten de door terroristen gepropageerde ideologie categorisch afwijzen en veroordelen. En wij moeten zelf voorbeeldig leven, en alert blijven op onze jeugd.

door: Fethullah Gülen
datum: 19 december 2015


Fethullah Gülen is een Turkse islamgeleerde en de inspiratiebron van de Hizmet-beweging, ook wel bekend als Gülen-beweging. Time riep hem in 2013 uit tot een van de honderd invloedrijkste personen ter wereld.


 

Woorden schieten te kort om uiting te geven aan mijn verdriet en afkeer over de onder meer door IS aangerichte bloedbaden. Samen met zo’n 1,5 miljard andere moslims ben ik diep gefrustreerd dat zulke groeperingen met hun geperverteerde ideologie terreur bedrijven uit naam van religie. Wij moslims hebben een bijzondere verantwoordelijkheid – niet alleen om met onze medemens de handen ineen te slaan en zo de wereld te behoeden voor terrorisme en gewelddadig extremisme, maar ook om het besmeurde imago van ons geloof te herstellen.

Het ware geloof wordt niet bepaald door slogans, kleding of uiterlijkheden; de lakmoesproef bestaat uit naleving van de kernwaarden die alle grote religies wereldwijd delen, zoals de onschendbaarheid van het leven en respect voor de waardigheid van alle mensen.

We moeten de door terroristen gepropageerde ideologie categorisch afwijzen en veroordelen. In plaats daarvan moeten we een plurale denkwijze naar voren schuiven. Immers, onze gemeenschappelijke menselijkheid komt vóór onze etnische, nationale of religieuze identiteit. De Franse burgers die in Parijs het leven lieten; de Libanese shi’itische moslims die een dag eerder in Beiroet omkwamen; de vele soennitische moslims in Irak die door dezelfde terroristen werden omgebracht – zij zijn op de eerste plaats allen menselijke wezens.

Onze beschaving kent geen vooruitgang zolang we het lijden van mensen, ongeacht religie of etniciteit, niet even tragisch vinden en niet met eenzelfde vastberadenheid daarop antwoorden.

Moslims moeten samenzweringstheorieën verwerpen. Zulke theorieën hebben er immers slechts toe geleid dat we onze sociale problemen niet onder ogen zien. We moeten juist de échte problemen aanpakken. Vormen onze gemeenschappen een vruchtbare voedingsbodem voor totalitaire groeperingen omdat we het autoritarisme in onszelf niet herkennen, door huiselijk geweld, verwaarlozing van onze jeugd en het gebrek aan opleidingen? En ons falen om basale mensenrechten en vrijheden na te leven, om een rechtstaat en plurale denkwijzen binnen onze gemeenschappen te implementeren? Heeft dat ertoe geleid dat jongeren alternatieve wegen bewandelen?

De recente tragedie in Parijs is de zoveelste die ons eraan herinnert dat de barbaarse daden uit naam van ons geloof krachtig verworpen moeten worden. Echter, op dit kritieke moment zijn afwijzing en veroordeling niet voldoende: het rekruteren van terroristen binnen moslimgemeenschappen moet worden bestreden door een effectieve samenwerking tussen de overheid, religieuze leiders en spelers uit het middenveld van de samenleving.

We moeten met onze gemeenschap een raamwerk opzetten dat niet alleen jeugdige risicogroepen identificeert, maar dat ook voorkomt dat jongeren het pad van zelfvernietiging kiezen en dat families bijstaat met advies en andere diensten.

“Het ware geloof wordt niet bepaald door slogans, kleding of uiterlijkheden”

We moeten een pro-actieve en positieve overheidsbetrokkenheid bevorderen opdat betrokken moslimburgers hun ideeën kunnen delen en kunnen plaatsnemen aan de tafel waar de anti-terreurmaatregelen worden bedacht.

We moeten onze jeugd leren zich te uiten met democratische middelen. Het inbedden van democratische waarden in onze schoolcurricula is daarom cruciaal, opdat jonge geesten een democratische cultuur aanleren.

In de nasleep van tragedies zoals die in Parijs komen in de regel sterke reacties bovendrijven. Islamofobie en antireligieuze sentimenten, maar ook de control gedreven behandeling van moslims door overheden zijn echter contraproductief. Europese moslimburgers willen immers in vrede en rust leven. Ondanks het negatieve klimaat moeten zij zich inspannen om meer betrokken te raken bij lokale en nationale overheden om tot een meer inclusief beleid te komen. Een beleid waarmee hun gemeenschappen beter in de samenleving integreren.

Het is ook belangrijk dat wij moslims kritisch kijken in hoeverre onze interpretatie en beoefening van de islam nog in lijn zijn met de voorwaarden en vereisten van deze tijd en hoe deze zich verhouden ten aanzien van wat collectieve historische ervaringen ons hebben geleerd. Dat impliceert geen breuk met de cumulatieve islamitische traditie, maar is eerder een intelligent vragen waarmee we de ware leer van de koran en de soennah bevestigen die onze islamitische voorgangers trachtten te onthullen.

Het uit zijn verband rukken van onze religieuze bronnen en het vervolgens dienstbaar maken aan geperverteerde ideologieën moeten we proactief marginaliseren. Islamitische denkers en intellectuelen moeten een meer holistische benadering aanmoedigen en gerechtelijke uitspraken heroverwegen die hun oorsprong hebben in de Middeleeuwen, een tijd van aanhoudende conflicten waarin religieuze en politieke overtuigingen vaak congruent waren. Er moet onderscheid komen tussen het koesteren van kernwaarden en dogmatisme. Het is mogelijk, zelfs absoluut noodzakelijk, om de vrijheid van gedachte, die tot een renaissance van de islam leidde, nieuw leven in te blazen en tegelijkertijd trouw te blijven aan het ethos van de religie. Alleen in zo’n atmosfeer kunnen moslims tegenwicht bieden aan onbeschaafdheid en gewelddadig extremisme.

“Waar we nu getuige van zijn is geen clash of civilizations, maar een botsing tussen menselijkheid en barbaarsheid binnen onze gemeenschappelijke beschaving”

In de nasleep van de recente gebeurtenissen ben ik verdrietig genoeg getuige van een opleving van Huntingtons theorie van de clash of civilizations. Deze retoriek werkt de werving door terroristische netwerken in de hand. Ik wil duidelijk stellen dat waar we nu getuige van zijn geen clash of civilizations is, maar een botsing tussen menselijkheid en barbaarsheid binnen onze gemeenschappelijke beschaving.

Ondanks al onze grieven is het onze verantwoordelijkheid als moslimburgers om deel uit te maken van de oplossing. Willen we wereldwijd de levens en burgerrechten verdedigen van moslims en van alle mensen, ongeacht hun geloofsovertuiging, dan moeten we nu handelen om het gewelddadige extremistische probleem in al zijn facetten aan te pakken: politiek, economisch, sociaal en religieus. Door zelf voorbeeldig te leven, door het in diskrediet brengen en marginaliseren van de extremistische interpretaties van religieuze bronnen, door alert te blijven op hun invloed op onze jeugd, en door democratische waarden in te bedden in opvoeding en scholing – zo kunnen we geweld en terrorisme, en de totalitaire ideologieën die hen voortbrengen, bestrijden.

Dit artikel is afgelopen donderdag gepubliceerd in Le Monde. Op vrijdag verscheen het in deze Nederlandse vertaling op de site van Zaman Vandaag.