Op woensdag 13 februari 2019 heeft de Raad van State in een hoger beroep een Gülen-sympathisant in het gelijk gesteld. Aanleiding voor deze uitspraak was dat de asielvergunning aan enkele aanhangers van de Hizmet-beweging niet werden toegewezen. Evenals een eerdere rechtbank, vindt de Raad van State dat de afwijzing beter gemotiveerd dient te worden en er beter onderzoek moet plaatsvinden naar of de aanvragers deel uitmaken van een groep die systematisch wordt blootgesteld aan onmenselijke behandelingen.

Sinds de couppoging in Turkije, zijn tienduizenden personen opgepakt en nog meer mensen geschorst of ontslagen. De schuld wordt door de Turkse autoriteiten bij geestelijke Fethullah Gülen en zijn volgelingen gezocht, echter ontkennen zij volledig iedere vorm van betrokkenheid bij de couppoging. Sindsdien zijn de leefomstandigheden voor Hizmet-sympathisanten in Turkije drastisch verslechterd en zoeken zij vaker heil in het buitenland.

Hizmet-mensen zijn blij met deze uitspraak. ‘Het betekent veel voor ons dat Nederland ons omarmt’ en ‘Ik wil een nieuw bestaan opbouwen’ zeggen mensen die alles waar ze hard voor hebben gewerkt, hebben achtergelaten.

Gulen-aanhangers vertellen over waarom zij naar Nederland zijn gevlucht (Volkskrant)

“We zijn Turkije ontvlucht omdat we bang waren opgepakt te worden”
“De overtocht was vreselijk eng, maar in Turkije was het nog erger. We zijn alles kwijt geraakt waar we hard voor hebben gewerkt..”
Gulen-sympathisanten: ‘het betekent veel voor ons dat Nederland ons omarmt’

Bronnen:

Uitspraak Raad van State (13-02-2019): Hoger beroep Gülen-aanhangers na afwijzing asielaanvraag
https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=98305

Volkskrant (13-02-2019): ‘Alles waar we hard voor hebben gewerkt is afgepakt. We hebben geen leven meer’
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/helft-migranten-aan-griekse-grens-vlucht-voor-erdogan-we-hebben-geen-leven-meer-~ba4eca51/

Volkskrant (15-02-2019): ‘Turken ontvluchten in grote getale hun land. Dit is het verhaal van twee van hen’
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/merve-en-adem-vluchtten-voor-erdogan-het-betekent-veel-dat-nederland-ons-omarmt-~bd1aa5dcc/

Sekiz ay evvel başlamış olduğumuz Hollanda Hizmet Hareketi öz analiz çalışmalarının sonuna yaklaşıyoruz. Geçtigimiz Pazar günü ‘Hizmet-zelfanalyse’ çalışmasının bir faslını daha tamamladık. Bu faslın ana aktivitesi olan grub mütalaalarını büyük bir katılım ile gerçekleştirdik.

 

Altmış civarında Hizmet gönüllüleri tüm gün süren, yoğun ama bir o kadar da verimli olan bir gün geçirdiler. Bay, bayan, akademisyen, talebe, mütevelli, uzman, esnaf, muhacir, abla ve abilerimiz, gruplara dengeli dağılıp, Hollanda Hizmet Hareketini ilgilendiren temel konularını profesyonel bir format çerçevesinde derinlemesine mütalaa ettiler. Zarurete binaen bu gün sadece Hollandaya bakan yönü ile hareketin yapılanmasındaki eksiklikler, iç ve dış iletişimdeki aksaklıklar, Hollanda toplumuna katılımdaki yetersizlikler  ve bunların doğurabileceği riskleri değerlendirdik.

 

Bu gerçekleştirmiş olduğumuz oturumu  dört aşamanın üçüncüsü olarak görebiliriz:

 

Geçtiğimiz aylarda atılan adımlar şunlar:

  1. 1. Aşamada: dış cenahın Hizmet hareketi hakkındaki görüşlerini derlemek
    1. Yaptığımız: 1997 – 2018 seneleri arası Hizmet ile alakalı tüm Hollandaca yayınlanan gazete haberlerinin ve bilimsel çalışmaların derlenmesi ve analizi (2300 civarı kaynak değerlendirildi)
  2. 2. Aşamada: Hizmet gönüllülerinin kendi Hollanda Hizmetleri ile alakalı düşüncelerini online-survey aracılığı ile toplamak
    1. Yaptığımız: Online-anket ile 270 insanımızın Hollanda Hizmetinin güzellikleri, eksiklikleri ve riskleri başlıkları altında değerlendirmelerini ve tavsiyelerini toplamak
  3. 3. Aşamada: İlk iki aşamada öne çıkan eksikliklerin, risklerin ve fırsatların temelinde yatan nedenleri derinlemesine irdelemek
    1. Yaptığımız: 18 Aralık Pazar günü grup mütalaaları şeklinde ‘Kök neden analizi’ (root-cause analysis) yapılmıştır
  4. 4. Aşamada: İlk üç aşamada toplanan tüm bilgilerin analizi yapılması ve tavsiyeler içeren rapor hazırlanması.
    1. Yapacağımız: tüm verileri analiz edip raporlaştırmak ve ülkesel ve lokal Hizmet-istişarelerine gereken değişim için somut öneriler sunmak.

 

Bu çalışmadaki hedefimiz

Bu yapmakta oldugumuz dahili ve harici paydaşlar analizi ile hedefimiz hizmetin yöneticilerine ve katılıcımlarına, Hollanda Hizmetinin eksiklerini, risklerini ve fırsatlarını objektif verilere dayandırarak net bir şekilde ortaya koyup, reaktif (düzeltici tedbirler), önleyici ve proaktif tedbirler iceren somut, gerçekçi ve taban tarafından makul ve kabul görülen, stratejik politikalar geliştirmelerinde tavsiyelerde bulunmak.

 

Ulaşmak istediğimiz nihai hedef

Hizmet istişarelerine (Hizmet-overleg) tabanın arzu ve istekleri doğrultusunda, Hollanda toplumuna uygun, verimli ve kalıcı hizmetler  geliştirmeleri için stratejik somut öneriler sunmak.

 

Sırasıyla atılacak adımlar

Önümüzdeki haftalarda 18 Aralık Pazar günü yapılan grup görüşmelerinin analizi yapılacak. Bunun akabinde tüm verileri raporlaştırıp, Şubat ayında Hizmet Overleg’e somut öneriler sunulacak. Bu gayretlerin sonunda Hizmet Overleg ile birlikte Hollanda Hizmetinin bir yol haritasi cizilecek. Ülkesel ve yerel istişarelerin (overleggen) vasıtası ile çizilmiş olan yol haritası taban ile paylaşılacak ve desteği sorulacak. Destek alındıktan sonra uhuvvet ve ittifak içinde ve  Allah’ın (cc) inayeti ile daha güzel günlere yelken açılacak.

 

Gelişmelerden haberdar kalmak isterseniz

Sorularınız varsa veya gelecek gelişmelerden haberdar kalmak isterseniz, Platform INS olarak sizlere seve seve yardımcı olmak isteriz. Müdüremiz Saniye Çalkin Hanım ile irtibata geçebilirsiniz: [email protected]  veya 06-24737443.

De Hizmetbeweging in Nederland wenst iedereen een prettig toe!

 

 

https://twitter.com/Hizmetbeweging/status/750581282720079872

Op 14 mei 2014 vond er een spoeddebat plaats in de Tweede Kamer over de Gülenbeweging. Enkele beweringen die werden gemaakt werden gefundeerd op het wetenschappelijke onderzoek van Martin van Bruinessen die in 2009 in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek naar deze beweging deed. Het is jammer dat zijn onderzoek onvolledig werd aangehaald, waardoor er een verkeerde indruk kan ontstaan over de conclusies uit dit onderzoek. Daarom willen wij hier puntsgewijs de beweringen (zoals deze inverschillende berichten zijn verschenen) aanhalen en hoofdzakelijk Van Bruinessen aan het woord laten bij de beantwoording van deze beweringen.

Antwoorden uit het onderzoek van Van Bruinessen

Het onderzoek van Van Bruinessen is naar zijn zeggen gebaseerd op “directe observaties van activiteiten en interacties tussen leden van de beweging en uit een reeks diepte-interviews met personen die nu of in het verleden op enige wijze bij de beweging betrokken waren, als scholier of student in een internaat of studentenhuis, als sympathisant die weleens bijeenkomsten bijwoont, als organisator van activiteiten of als ondernemer die deze activiteiten financieel ondersteunt” (Van Bruinessen 2010, p.9).

De recente beweringen en oude antwoorden daarop door Van Bruinessen:

Bewering 1: “Een groot deel van de Kamer is bezorgd over mogelijke indoctrinatie door de Turkse Gülenbeweging”

“[De Gulenbeweging] doet geen pogingen die normen en devoties aan anderen op te leggen” (Van Bruinessen, 2010, p. 75).

Bewering 2: “moeten Gülen bestuderen in [studie]huizen”

Volgens onderzoek van gemeente Amsterdam verblijven in deze huizen alleen maar volwassen studenten. Aangezien het volwassenen betreft kan men er vanuit gaan dat er geen dwang plaats kan vinden aangezien zij vrij zijn te bewegen zoals zij dat wensen. Dit onderschrijft Van Bruinessen middels het volgende: “Niet alle studenten die uitgenodigd waren om in de studentenhuizen te blijven waren praktiserende moslims. Alhoewel er geen expliciete verplichting was om mee te doen met de gemeenschappelijke gebeden en leessessies, hebben de meeste nieuwkomers zich aangepast aan de gemeenschappelijke discipline. Degenen die zich niet aanpasten vertrokken na een korte tijd. Dit was het geval bij een Alevi student die zich oncomfortabel voelde in deze omgeving ondanks de tolerante houding van zijn vrienden. Een paar anderen prefereerden te blijven in de dershane voor pragmatische redenen (lage huur) maar na hun studie hebben ze toch afstand genomen” (Van Bruinessen 2014, p. 175). De mensen die in deze huizen verblijven zijn dus vrij om te bewegen zoals zij dat wensen.

Bewering 3: “De organisatie heeft twee gezichten. Naar buiten seculier, naar binnen heel religieus…”

Het klopt dat het om moslims gaat die zich actief inzetten in wat als de ‘seculiere domein’ omschreven wordt. Mensen uit de beweging die zich inzetten ervaren deze dichotomie niet.

Van Bruinessen (2010) zegt hierover op pagina 73:“Kenmerkend voor de Gülenbeweging is de scheiding tussen de activiteiten in de publieke sfeer, die niet specifiek religieus zijn, en de expliciet religieuze vormen van devotie en verinnerlijking, die in de privésfeer van het internaat, de dershane, het zomerkamp en de huiskamer plaatsvinden. De publieke activiteiten – onderwijs, liefdadigheid, dialoog, ondernemerschap – staan niet los van de religieuze grondhouding die in de privésfeer wordt gecultiveerd, maar worden alle beschouwd als de uitvoering van religieuze plichten.De term hizmet, ‘het dienen’, verbindt beide sferen:maatschappelijke dienstverlening wordt als een vorm van devotie, dienen van God, gezien.”

Bewering 4: “ (vervolg).. de beweging is schadelijk voor de samenleving.”

Verschillende Kamerleden trokken in 2009 aan de bel en vroegen het onderzoek aan omdat zij van mening waren dat de beweging integratiebelemmerend zou zijn.

De conclusie van de onderzoeker wat integratie betreft luidt: “Er is echter een sterke ondersteuning van inspanningen om succes te boeken op school en bij voortgezette opleidingen. Deze instellingen hebben participatie in het onderwijs bevorderd. Naar uit de door de onderzoekers afgenomen interviews blijkt, vinden schoolverlaters en afgestudeerden uit kringen van de Gülenbeweging werk in zeer uiteenlopende sectoren van de arbeidsmarkt, en zeker niet uitsluitend in Turkse kring. We zijn bovendien geen enkel geval van werkloosheid tegengekomen. Op deze twee belangrijke indicatoren van integratie, schoolsucces en arbeidsparticipatie, blijken de internaten en dershanes dus geen belemmerende maar juist een bevorderende invloed te hebben.”

Bewering 5: “Er wordt gesteld dat de organisatie Turkse Nederlanders intimideert en zorgt voor segregatie”

Wat intimidatie betreft zie bewering 10.

Wat segregatie betreft: Dat de beweging integratiebevorderend is kan teruggelezen worden bij het antwoord op bewering 4.

Dat de beweging eerder dan segregerend juist unificerend is blijkt uit het feit dat de beweging erin slaagt mensen van allerlei verschillende gelederen bijeen te brengen, zoals ook wel blijkt uit Van Bruinessen (2010) zijn observatie op pagina 8: “Aan de debatfora en andere publieke bijeenkomsten die de beweging organiseert, nemen personen van zeer uiteenlopende achtergronden deel; opvallend is doorgaans de aanwezigheid van veel vrouwen zonder hoofddoek naast modieus bedekte” en op pagina 75: “In publieke activiteiten werken prominente leden van de beweging met opvallend gemak samen met mensen van zeer uiteenlopende achtergronden, waaronder ongelovigen.”

Bewering 6: “Een Kamerlid spreekt over een “wolf in schaapskleren” die streeft naar ondermijning van de waarden van de westerse samenleving.”

In 1992 maakte Gülen de destijds in Turkije controversiële uitspraak: “Er is geen terugkeer van democratie.” Daarnaast zetten vele mensen uit de beweging zich met hun middelen(waaronder financiële) in, sinds 1998 in Turkije middels de Abant platform en in Nederland middels Platform INS, om onder andere problemen van minderheden, mensenrechten en vrijheid van meningsuiting in kaart te brengen en te helpen bevorderen.

Van Bruinessen (2010) zegt op pagina 20: “Gülen nam ook het initiatief voor de zg. Abant-ontmoetingen die in 1998 voor het eerst plaatsvonden, een reeks ontmoetingen tussen vooraanstaande Turkse intellectuelen die het hele spectrum van seculier tot religieus en van links tot rechts vertegenwoordigden, en waar grote maatschappelijke thema’s in een vrije en open atmosfeer werden besproken.”

Bewering 7: Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken laat onderzoeken of de beweging van de Turkse islamitische prediker Fethullah Gülen de integratie van Turkse Nederlanders beïnvloedt

Zie antwoord bewering 4.

Bewering 8: “Volgens een Kamerlid vinden veel Turken het moeilijk om eruit te stappen of kritiek op de beweging te leveren.”

Bruinessen (2010) op pagina 55; “Er zijn geen aanwijzingen dat het mensen die willen uittreden [uit de Gulenbeweging] bijzonder moeilijk gemaakt wordt, zoals door de buitenwacht wel is beweerd.”

Bewering 9: “Als ik kritisch ben krijg ik de vreselijkste termen naar mijn hoofd. Nu ben ik niet zo bang, maar veel Turkse Nederlanders wel.”

Wat intimidatie betreft kan het volgende gezegd worden: Vaak wordt er gebruik gemaakt van anonieme bronnen die aangeven geïntimideerd te zijn, maar hier geen aangifte van hebben gedaan. Hierdoor kan er niet nagetrokken worden of er daadwerkelijk sprake is van intimidatie.

Van Bruinessen (2010) op pagina 9: “de meest controversiële informatie aantreft. Dit betreft o.a. anonieme getuigenissen van voormalige leden van de beweging, samenzweringstheorieën van tegenstanders, en gedetailleerde informatie over de structuur en de vermoede verborgen agenda van de organisatie. In de meeste gevallen valt deze informatie niet uit onafhankelijke bron te bevestigen, en de waarde van deze internetbronnen is daarom gering.”

Als voorstanders van vrijheid van meningsuiting keuren wij vanuit de Gülenbeweging intimidatie absoluut af. Wij zijn het met minister Asscher eens wat betreft zijn uitspraak: “Alleen als er concrete aanwijzingen zijn dat er iets mis is, kan de overheid ingrijpen. Het is dan wel nodig dat daarvan aangifte wordt gedaan.” Alsmede roepen wij mensen op die dit ervaren hebben aangifte te doen en zijn wij hier bovenop voorstander van strafrechtelijke vervolging van mensen die zich hieraan schuldig maken. Echter zijn we ervan overtuigd dat, net als dat tot op de dag van vandaag dit niet is gebeurd, er geen instanties zullen zijn waarop intimidaties vanuit de Gülenbeweging plaats hebben gevonden. Aangezien de desbetreffende Kamerlid aangeeft hier direct mee te maken hebben gehad, nodigen wij haar hierbij uit en steunen wij haar bij aangifte te doen van mensen die haar hebben geïntimideerd.

Een mogelijke verklaring voor het feit dat sinds 2009 herhaaldelijk, ondanks bewijs van het tegendeel, onderzoek naar de Gülenbeweging gewenst wordt kan gevonden worden in Van Bruinessen zijn volgende verklaring:

“De actieve opponenten van de Hizmetbeweging in de Turkse gemeenschap in Nederland zijn maar een paar handvolle mensen – sommigen voormalig Maoisten en anderen Kemalisten – die een paar Nederlandse politici en journalisten vonden die ze graag wilden steunen tegen een campagne tegen de Hizmetbeweging. Alhoewel ze erin slaagden om enige twijfel en argwaan op te wekken in bredere cirkels, zijn ze er niet in geslaagd om de gemeentes te overtuigen om alle banden met Hizmetbeweging instituties te breken. Integendeel, de media campagnes tegen de Hizmetbeweging heeft de collectieve integratie/aanpassing in de Nederlandse samenleving versneld. De leden hebben zich meer geconcentreerd op activiteiten die als nuttig werden geacht door de Nederlandse contacten en de Nederlandse samenleving.” (Van Bruinessen 2014, p.169).

Tot slot

Dat er vijf jaar na het onderzoek van Van Bruinessen waarin hij de initiële verdenkingen ontkrachtte vooralsnog enkele aantijgingen herhaald worden, hierbij negerend dat zijn onderzoek in opdracht van de Kamer is gedaan, ervaren wij als bedroevend. Niet alleen omdat wij denken dat niemand hiermee gediend is, maar ook omdat wij het spijtig vinden dat er onnodig geld wordt uitgegeven aan nieuw onderzoek die oude conclusies herhalen dan wel bevestigen.

Vicepremier Asscher vindt dat de Gülenbeweging transparanter moet zijn over haar activiteiten en de interne organisatie. Wij onderschrijven dat en willen benadrukken dat de Gülenbeweging zich daar al een enige tijd op focust. Binnen dit kader hebben Gülen-sympathisanten al stappen genomen gericht op meer transparantie. Zo zijn onlangs de websites www.fethullahgulen.nl en www.hizmetbeweging.nl gelanceerd. Daarnaast is een lezingenreeks over Gülen, zijn gedachtegoed en de Gülen-beweging gegeven. Ook is in het verleden een aantal keer conferenties georganiseerd om een platform aan wetenschappers te bieden die de Gülen-beweging in kaart willen brengen.

Gülen-sympathisanten zullen zich blijven inzetten voor onderwijs, integratie en dialoog. Het doel is om op die manier een positieve en pro-actieve bijdrage te leveren aan onze samenleving. Gülen-sympathisanten prefereren kritiek op hetgeen zij doen of zeggen eerder in plaats van verdenkingen en mogelijke scenario’s waarvan zij niet kunnen bewijzen dat zij daar niet voor staan. Indien mensen op basis van hetgeen zij doen en zeggen een idee hebben hoe zij kunnen groeien, is opbouwende kritiek meer dan welkom.

Bronnen:

Bruinessen, M.M. van (2010). De Fethullah Gülenbeweging in Nederland. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Bruinessen, M.M. van (2014). The Netherlands and the Gülen movement. Sociology of Islam, Volume 1, Issue 3-4, pages 165–187